2017 Gemeente Den Bommel, 1812-1938
2017
Gemeente Den Bommel, 1812-1938
Inleiding
Het heeft lang geduurd voor het dorp Den Bommel een zelfstandig bestuur kreeg. Als onderdeel van de heerlijkheid St. Adolphsland was het in feite vóór 1812 een aanhangsel van Ooltgensplaat. In 1647 was echter al wegens de houw van een eigen kerk een afzonderlijke gereformeerde gemeente opgericht. De gemeente dankt hieraan dan ook haar wapen (bevestigd in 1816): "van lazuur, beladen met een kerk van goud". De afschaffing van de heerlijke rechten na de staatsregeling van 1798 maakte de banden der beide dorpen nog minder hecht. De naam St. Adolphsland verdween; voortaan werd gesproken van Ooltgensplaat en Den Bommel. De dorpen telden in dat jaar tezamen 1847 inwoners. In april 1809 richtte een aantal inwoners zich met een rekest tot de koning, met het verzoek tot afscheiding van Den Bommel. Veel tegenstand werd niet ondervonden. Bij de besprekingen van het rekest door de municipaliteit onthielden de raadsleden, die Den Bommel representeerden, zich van stem. Ruim twee jaar later gingen de wensen in vervulling. Anthonij van Weel was een belangrijk voorvechter van de afscheiding. Bij décret impérial van 21 oktober 1811 werd "Bommel" van Ooltgensplaat afgescheiden en tevens samengevoegd met Stad aan 't Haringvliet. Deze toestand heeft niet lang geduurd. Bij Koninklijk Besluit van 9 oktober 1816 werd Stad aan 't Haringvliet een afzonderlijke gemeente. Eerst bij wet van 6 november 1887 is de naam "Bommel" officieel in "Den Bommel" veranderd.
De banden met Ooltgensplaat waren nog niet geheel verbroken. Tot februari 1836 hadden beide gemeenten nog een gemeenschappelijk algemeen armbestuur. Nadien vormden de raadsleden van Den Bommel een college van "Grootarmmeesteren". De ambachtsheer van St. Adolphsland kreeg ook in Den Bommel gedeeltelijk weer enige rechten aangaande benoemingen en goedkeuringen toebedeeld. Door een besluit van de kerkenraad mocht hij ook een stem uitbrengen bij de beroeping van nieuwe predikanten.
Het archief van de gemeente over de periode 1812-1938 is, vooral wat betreft de losse stukken, behoorlijk gedecimeerd. Werd in de oorlogsjaren '40-'45 het gemeentehuis geheel vernield, in 1953 moest na de watersnoodramp het archief door een particulier bedrijf worden "gedroogd en geordend". Hoewel veel door vocht is aangetast, had de schade groter kunnen zijn. Van de correspondentie uit de periode 1884-1921 is vrijwel niets meer over.
Hoewel Den Bommel in de jaren 1812-1816 met Stad aan 't Haringvliet één gemeente vormde, moet men van dat laatste dorp in dit archief niet veel gegevens verwachten. Van vóór 1817 zijn immers geen notulen voorhanden.
Het archief van de gemeente over de periode 1812-1938 is, vooral wat betreft de losse stukken, behoorlijk gedecimeerd. Werd in de oorlogsjaren '40-'45 het gemeentehuis geheel vernield, in 1953 moest na de watersnoodramp het archief door een particulier bedrijf worden "gedroogd en geordend". Hoewel veel door vocht is aangetast, had de schade groter kunnen zijn. Van de correspondentie uit de periode 1884-1921 is vrijwel niets meer over.
Hoewel Den Bommel in de jaren 1812-1816 met Stad aan 't Haringvliet één gemeente vormde, moet men van dat laatste dorp in dit archief niet veel gegevens verwachten. Van vóór 1817 zijn immers geen notulen voorhanden.
Een poging tot invoering van een rubriekenstelsel blijkt uit de ingekomen stukken van 1824-1825. In de praktijk is het echter niet gerealiseerd. De stukken kregen wel een onderwerp en een nummer, maar bleven chronologisch opgeborgen. Men ging op de gewone voet verder. Naast de series notulen enz. werd een serie "ingekomen stukken" met indikateurs en registers van uitgaande brieven aangehouden. Van 1922 tot en met 1928 is een alfabetisch rubriekenstelsel in gebruik geweest. Deze bundels waren echter dermate onvolledig, dat van restauratie van dit stelsel is afgezien. In 1929 heeft men tenslotte het registratuurstelsel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ingevoerd, volgens welke systematiek de afdeling "Stukken betreffende bijzondere onderwerpen van bestuur" in deze inventaris, ook binnen de rubrieken, zoveel mogelijk is ingedeeld. Het archief uit de periode 1939 tot en met 1965 zal in een afzonderlijke inventaris beschreven worden.
Tijdens de inventarisatie zijn de volgens de voorschriften voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden van na 1850, voor zover zij van geen belang waren, vernietigd.
N.B.De met een * gemerkte inventarisnummers (grotere delen) bevinden zich niet in de archiefdozen.
Tijdens de inventarisatie zijn de volgens de voorschriften voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden van na 1850, voor zover zij van geen belang waren, vernietigd.
N.B.De met een * gemerkte inventarisnummers (grotere delen) bevinden zich niet in de archiefdozen.
laatste wijziging 21-09-2018
422 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 21-09-2018
422 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Categorie:
laatste wijziging 21-09-2018
422 beschreven archiefstukken